Noël Geirnaert – mei 2021.
2020 verscheen het door Inge Geysen met medewerking van Guenevere Souffreau en Eva Tahon geredigeerde Brugge in 100 objecten, een lijvig en fraai geïllustreerd boekwerk van 432 pagina’s uitgegeven door de Brusselse uitgeverij Ludion, op initiatief van Musea Brugge en met de steun van de Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge. 37 auteurs verleenden hun medewerking. Het boek is het resultaat van een sinds 2016 opgebouwde website, die in combinatie met wekelijkse artikels in de Brugse editie van de Krant van West-Vlaanderen de aandacht gaande moest houden voor de Brugse geschiedenis tijdens de jarenlange restauratie en herinrichting van het Gruuthusemuseum. Je mag dit boek dan ook opvatten als een papieren tentoonstelling waarin 100 objecten zijn samengebracht die een evenwichtig chronologisch opgebouwd overzicht geven van de Brugse geschiedenis vanaf de prehistorie (nr. 1: ‘Vuurstenen werktuig’, p. 8-11) tot 2002 (nr. 100: ‘Een terracottaregel van het Concertgebouw’, p. 410-413).
Het boek vertrekt vanuit historische ‘objecten’ in de meest brede zin van het woord, dus ook documenten, boeken, foto’s, schilderijen, de schedels van de Brugse beer en van François vander Straeten, de Brugse stadsomwalling en de hersenen van Guido Gezelle. Verhalen, historische feiten of achtergrondinformatie komen aan bod op een zeer toegankelijke manier, maar steeds vanuit de tastbare overblijfselen van het verleden. Daardoor ontstond een zeer leesbaar boek, waarin je de hele geschiedenis van Brugge in één ruk aan je kunt zien voorbijgaan. Je kan ook kort grasduinen in het boek, of op zoek gaan naar illustratiemateriaal en treffende getuigen bij een bepaalde periode uit de geschiedenis. Elke lezer zal in het boek vertrouwde beelden terugvinden, maar ook verrast opkijken bij een plotse confrontatie met een nieuwe benadering van een weinig gekende historische gebeurtenis of ontwikkeling.
Hoewel handschriften en boeken herhaaldelijk aan bod komen is er slechts in één bijdrage uitvoerige aandacht voor boekbanden, van Marc Therry, ‘Het register van aanvaardingen in het ambacht van de visverkopers’ (p. 80-83 en 415), die eigenlijk twee boekdelen behandelt, twee registers uit het ambachtsarchief van de Brugse visverkopers, bewaard in het Brugse Rijksarchief, ingebonden in 1777 en 1783. Naast het register van aanvaardingen vestigt Marc Therry ook de aandacht op het privilegeboek van het ambacht. Ze vallen op door hun prachtige boekband, in rood marokijnleder, rijkelijk voorzien van vergulde stempelversieringen met bloemen, planten, vogeltjes en geometrische motieven. Ook de snede was verguld.
De boekbanden zijn het werk van Cornelis de Moor, vooral bekend als boekdrukker en actief in Brugge van 1764 tot aan zijn dood in 1799. Dat boekdrukkers in de 18de eeuw ook actief waren als boekbinders en op dat gebied opmerkelijke artistieke prestaties leverden is aan de leden van het Boekbandengenootschap al bekend. Hier moet echter ook gewezen worden op een uitzonderlijk element in de versiering van het privilegeboek. Op het voor- en achterplat is met blindstempeling aangevuld met goudopdruk het zegel van het ambacht aangebracht. Daarvoor is gebruik gemaakt van de koperen zegelmatrijs van het ambacht, die dateert uit de tweede helft van de 14de eeuw. Uit dezelfde periode ken ik nog één voorbeeld van het gebruik van een middeleeuwse zegelmatrijs om een 18de-eeuwse boekband te illustreren: op het ledenregister van het gilde van Onze-Lieve-Vrouw van de Droogenboom, bewaard in het Brugse Stadsarchief. Is dergelijke praktijk, het gebruik van middeleeuwse zegelmatrijzen voor de illustratie van 18de-eeuwse boekbanden, ook elders in gebruik geweest?