“Dit was voor de Laurinusbanden het begin van een eeuwenlange diaspora die nog steeds verdergaat.”

door Ludo Vandamme

Voorplat

Meer dan een halve eeuw geleden, op een luie zondagmiddag in 1959,  kocht de Amerikaanse student Thomas Kimball Brooker in Parijs, bij een bouquinist langs de Seine, een oud boekje. Het was een onvolledig exemplaar van Cicero’s Orationes (Parijs: Robert Estienne, 1543), in een onopvallende perkamenten band, wel met aantekeningen in de marge. Het was een soort Pauluservaring, want die dag begon voor Thomas een levenslange passie. Vandaag is hij een gevierd zakenman én academicus met een collectie van 1300 renaissancedrukken, waaronder een duizendtal gedrukt en uitgegeven door Manitius in Venetië; de meeste exemplaren steken in een eigentijdse renaissanceband. Op 11 oktober 2023 ging een eerste deel van deze collectie bij Sotheby’s in New York onder de hamer, de eerste  veiling van een reeks dietijdens de komende drie jaar wordt gepland. Brooker bezat één van de vandaag 36 bekende boeken uit de renaissancebibliohteek van de Brugse bibliofiel Marcus Laurinus (Laurin, Lauwerijn, 1525-1581 ). Dit exemplaar werd op die 11de oktober aangekocht door de Openbare Bibliotheek Brugge. link

Marcus Laurinus was, samen met de superminister en topdiplomaat (Antoine Perrenot de) Granvelle (1517-1586), één van de weinige boekenliefhebbers uit de Nederlanden die in het midden van de zestiende eeuw een entrée hadden in het Parijse boekenmilieu. De Franse hoofdstad was toen de plaats waar grote bibliofielen zoals Jean Grolier (ca. 1490-1565) en andere verzamelaars omheen het Franse hof  hun boeken op een nieuwe manier lieten inbinden, met onder meer gekleurd marokijn, goudopdruk, acanthusversieringen en fraai inlegwerk. Het was een mode die vanuit de Arabische wereld via Italië de Parijse verzamelaars had ingepalmd. Net op dit hoogtepunt, in 1550, verbleef de jonge BruggelingLaurinus in Parijs, waar hij kennis maakte met de veel oudere Grolier en zich door hem liet inspireren. Dit gebeurde door zijn boeken te laten inbinden bij renaissancebinders in de Franse hoofdstad. Eveneens in navolging van Grolier liet Marcus Laurinus op het achterplat  ‘M. Laurini en amicorum  in goud stempelen: in ware renaissancegeest stonden zijn boeken ter beschikking van de vrienden. Het was het begin van wat in de vakliteratuur de “Laurinusbanden” wordt genoemd. 

Achterplat

Later, in Brugge, ging hij op zoek naar lokale binders die in eenzelfde geest boeken inbonden. Het aangekochte boek, lot 49 van de Sotheby-veiling in New-York (vandaag: Brugge, Openbare Bibliotheek, HF1090) is werk van een dergelijke binder, die tot op vandaag niet werd geïdentificeerd. De platten in bord zijn bekleed met bruin marokijn en gedecoreerd in goud. Op het voorplat staat de verkorte titel (La generation de lhomme), het devies van de Laurini (Virtvs in ardvo, wat je kan vertalen als ‘moed in moeilijke tijden’), M. Lavrini et ami[c]orvm, en het jaar van de editie, md lix.Het wapenschild prijkt op het achterplat. De decoratieve elementen bleven beperkt tot lijnkaders en een lauwerkrans. Het boek bevat in het Frans vertaalde Griekse teksten – uitzonderlijk, want de humanist Laurinus bezat een bijna exclusieve klassieke bibliotheek – van Hippocrates over de menselijke voortplanting en over vrouwengeneeskunde.  Heel het boekje ademt de Franse hofcultuur uit, met hofartsen als vertalers, opdrachten aan de Franse koning Hendrik II, zijn jongere broer Frans II en de vorstelijke maîtresse Diana van Poitiers, en in 1559 in Parijs gedrukt door de koninklijke drukker Guillaume Morel. Van deze druk heeft de USTC wereldwijd een tien exemplaren opgelijst, de Laurinusband omheen dit exemplaar is uiteraard uniek.

Virtus in arduo, dat gold zeker voor de katholieke en Spaansgezinde Marcus Laurinus die in 1581 door het protestantse stadsbestuur van Brugge de stad werd uitgezet, waarbij tijdens de vlucht- zo wordt verteld – zijn bibliotheek werd geplunderd. Dit was voor de Laurinusbandenhet begin van een eeuwenlange diaspora die nog steeds verdergaat. Vandaag zijn 37 exemplaren getraceerd, wereldwijd verspreid. De Laurinusband die hier wordt besproken, is wel opnieuw thuis, in Brugge. Hij kreeg een warm welkom.