Boekbindopleidingen, deel 1

Door Katja Clement – september 2022.

Boekkunst (Academie Berchem Beeldende Kunsten)

Het atelier Boekkunst aan de Academie Berchem – Beeldende Kunsten in Antwerpen gaat terug op de ‘werkplaatsen’ boekbinden en bandversiering van de in 1926 opgerichte Vrije Akademie, School voor Decoratieve Kunst in Antwerpen. De eerste docenten voor deze werkplaatsen waren Jos Hendrickx en Berthe van Regemorter. De opleiding, die nu bijna honderd jaar bestaat, verbindt het ambachtelijke met het kunstzinnige. Naast het aanleren van alle technieken wordt er veel waarde gehecht aan het maken van een passend ontwerp voor de boekband. Na een basisopleiding van vijf jaar is het mogelijk nog twee specialisatiejaren te volgen, waarin de student een eigen onderzoek uitvoert over een bepaalde bindwijze, techniek of bandbekleding. Sinds 2000 is Katja Clement docent boekkunst aan deze opleiding.

Praktische informatie

De opleiding Boekkunst van de Academie Berchem valt onder het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO). De basisopleiding (vierde graad) omvat vijf studiejaren van acht lesuren per week. Elke week zijn er vier lesmomenten waaruit de studenten er twee kunnen kiezen (dinsdag- en donderdagmiddag van 13.30 tot 17.00 uur en dinsdag- en donderdagavond van 18.30 tot 22.00 uur.

Na de vijfjarige opleiding kunnen de studenten nog twee jaar specialisatie volgen (eveneens acht uur per week). 

Tegenwoordig bestaat er ook een lang traject van tien jaar (vier lesuren per week).

Locatie: Onze-Lieve-Vrouwstraat 25, Antwerpen
Docent: Katja Clement
Website: Boekkunst

Doelstellingen van de opleiding 

De opleiding verbindt het ambachtelijke met het kunstzinnige. Naast het aanleren van alle technieken wordt er veel waarde gehecht aan het maken van een passend ontwerp voor de boekband.

Er worden verschillende bindwijzen aangeleerd van klassiek tot modern, zoals de Bradelband, de Franse en Engelse bindwijze, de Bandzetter, de Japanse band en de Gonetband. Hierbij komen vanzelfsprekend ook verschillende restauratietechnieken aan bod. Daarnaast is het belangrijk om de materialen op gepaste wijze te kunnen bewerken: zoals leerschalmen, titelzetten, werken met bladgoud en het maken van kartonnages.

De bindwijzen lopen op in moeilijkheidsgraad qua technische vaardigheden en inzicht. Het ontwerpen loopt hier parallel mee op en tussentijds komen er diverse manieren aan bod om dit te ontwikkelen.

In het eerste jaar zit een sterk opbouwende lijn qua technische vaardigheden, maar ook veel vrijheid om te spelen. De vierde graad is vooral een breed onderzoek naar allerlei bindwijzen en technieken om te ontwerpen. De ontwerp- en decoratietechnieken worden aangeboden in verschillende werkvormen. Enerzijds zijn er praktische lessen, waarin de leerlingen bijvoorbeeld diverse marmertechieken leren, of diverse druktechnieken (zoals zeefdruk, hoogdruk en diepdruk), typografie, lederopleg/inleg, stempelen met fileten en roulettes, of lasersnijden en graveren. Anderzijds zijn er ontwerpopdrachten, waarin binnen een bepaald onderwerp wordt gewerkt aan o.a. compositie, kleur- en materiaalgebruik. Hierbij worden verschillende materialen en technieken gebruikt zoals tekenen, schilderen, collage, fotografie en druktechnieken.

Op deze wijze worden de leerlingen gestimuleerd een eigen stijl te ontwikkelen en om uitdrukking te geven aan hun creativiteit en hun artistieke visie.

Tijdens de lessen zijn er altijd leerlingen van verschillende leerjaren gelijktijdig aanwezig, waardoor ze ook gestimuleerd worden om bij elkaar te kijken en elkaar te helpen en om te leren van elkaar.

In de specialisatie verdiepen de leerlingen zich in een zelfgekozen onderwerp. Dit is een individueel project dat zij in het begin van de specialisatie formuleren als een onderzoeksvraag. Binnen dit onderzoek gaan ze aan de slag met de technieken en materialen die nodig zijn om deze vraag te beantwoorden, onderzoeken ze wat (technisch) mogelijk is en wat niet, verdiepen ze zich in de geschiedenis van het onderwerp, zoeken ze inspiratiebronnen en geven ze in het eigen werk een samenhangend uiting aan de resultaten van dit onderzoek. Het geheel van bevindingen, realisaties en de conclusies worden in een verhandeling gebundeld.

Zowel in de basisopleiding als in de specialisatie worden theoretische kennis en materialenkennis verdiept door het bezoeken van tentoonstellingen en ateliers van ervaren boekbinders.

Samenwerking met andere opleidingen binnen de Academie Berchem

Binnen de Academie Berchem wordt samenwerking tussen de verschillende ateliers gestimuleerd. Boekkunst werkt bijvoorbeeld regelmatig met de ateliers vrije grafiek, illustratie, juwelen en glas. Op speciaal verzoek van de student is het ook mogelijk een aantal lessen te volgen bij een atelier van een andere DKO-academie.

Alle studenten die de specialisatie volgen, maken in het eerste specialisatiejaar een cross-over van tien lessen in een atelier naar keuze.

In de twee voorlaatste jaren volgen alle studenten van de Academie Berchem kunst- en cultuurfilosofie.

Onderzoek naar (het creëren van) bindingen en (historische) banden

In de specialisatie doen de leerlingen onderzoek naar een zelfgekozen onderwerp. Dit kan bijvoorbeeld gaan over een materiaal, een techniek of een bepaalde bindwijze.

Enkele voorbeelden hiervan zijn een onderzoek naar decoratietechnieken op leer, de mogelijkheden van boekbanden in perkament en papier, boekobjecten, restauratie, miniatuurboeken, mozaïek. Binnen dit onderzoek wordt gekeken naar de historische context, de hedendaagse context, de uitvoering in het eigen werk en hoe het eigen werk zich tot de hedendaagse en historische context verhoudt.

Geschiedenis van de opleiding

Het atelier Boekkunst vindt zijn oorsprong in 1926 in de door Roger Avermaete, Frans Buyle en Joris Minne in datzelfde jaar opgerichte Vrije Akademie, School voor Decoratieve Kunst in Antwerpen. Berthe van Regemorter stelde toen voor een atelier voor boekbinden op te richten. De eerste lessen vonden plaats in de oude kapel van het godshuis Landschot aan de Falconrui. De school telde bij aanvang vijf werkplaatsen, waaronder boekbinden en bandversiering, geleid door Berthe (bandversiering) en haar vroegere leermeester Jos Hendrickx (techniek van het boekbinden). Samen runden zij de werkplaats met door Berthe geschonken toestellen. Tegelijkertijd wordt zij gevraagd te doceren aan het Hoger Instituut voor Decoratieve Kunsten te Brussel (beter bekend als Ter Kameren), onder leiding van Henry van de Velde.

In 1928 wordt de Vrije Akademie herdoopt in Vakschool voor Kunstambachten en wordt Berthe voorzitster van de Raad van Beheer. In 1933 wordt ze opgevolgd door Berthe Thieren, gediplomeerd leerlinge van boekbindatelier. 

Door de jaren heen veranderd de naam van de school nog enkele malen, eerst in Instituut voor Kunstambachten (1960), vervolgens in Stedelijke Academie voor Kunstambachten “Instituut Roger Avermaete” en na een fusie met de Stedelijke Academie voor Plastische Kunsten van Berchem in 1990 in Academie Berchem. 

Na Berthe Thieren werd het atelier geleid door achtereenvolgens Marthe Franc en Donatienne Van Den Bogaert en sinds 2000 door Katja Clement, die zelf ook de boekbindopleiding aan de Academie Berchem heeft gevolgd, nadat zij in Breda aan Kunstacademie Sint-Joost was afgestudeerd in Vrije Grafiek.