Nawoord Astrid Beckers

In november 2016 stelde Rob Koch mij voor om als penningmeester toe te treden tot het bestuur van het Boekbandengenootschap. Nu heb ik niet veel met cijfertjes, maar ik zegde toe. De eerste vergadering was spannend, want daar zat ik dan met Rens Top, André Geurts en Elizabet Nijhoff Asser, de groten van onze boekbandenwereld. Gelukkig bleken mijn collega’s hele gewone lieve mensen, en ik voelde me al snel thuis in mijn nieuwe rol. Na drie jaar droeg ik de taak van penningmeester over aan Jan Bosch om me met Daniël Ermens en Eefje Roodenburg de communicatiecommissie te vormen. Daarin kon ik mijn ei kwijt en heb ik met veel enthousiasme het genootschap zichtbaarder gemaakt. Toen Rens Top drie jaar geleden met pensioen ging, heb ik hem met plezier opgevolgd als secretaris. Mijn doel was om dat nog een lange tijd te doen en zo mijn steentje bij te dragen aan ons mooie genootschap, maar het liep anders. Ik werd een half jaar later ernstig ziek (FNS), zodat ik alleen nog digitaal aan kon sluiten bij vergaderingen. Ook bandensalons waren niet meer haalbaar voor mij. Terwijl in mijn privéleven alles draaide om dokters en behandelingen, werd het bestuur een plek waar ik even niet ziek was en waar ik met mijn boekbandenpassie in contact kon blijven. Ik ben de collega’s in het bestuur dankbaar voor de ruimte die ze mij hebben gegeven om ondanks alle beperkingen toch actief te blijven. Dat heeft mij enorm veel geholpen.

Op dit moment bevind ik mij op een punt in mijn leven waar ik mezelf, met mijn beperkingen, opnieuw moet uitvinden. Dus ik doe een stap achteruit om te zien hoe ik het leven met mijn ziekte vorm kan gaan geven. Ik hoop dat ik over een tijdje, heel voorzichtig, weer eens een Bandensalon kan bijwonen, want het congres in november en de hartverwarmende reacties van jullie hebben me laten zien hoe erg ik jullie allemaal heb gemist.